Belangrijke momenten en periodes
1588 - 1795
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden met Groningen, Friesland, Overijsel, Gelderland, Utrecht, Holland (het huidige Noord- en Zuid-Holland) en Zeeland. De zuidelijke provincies werden de Spaanse Nederlanden genoemd.
1597
Eerste Nederlandse slavenschip naar Brazilië.
1602 - 1799
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
1621 - 1792
West-Indische Compagnie (WIC).
1630 - 1654
De Republiek verovert een deel van Brazilië op het Portugese leger dat later door de Portugezen weer wordt heroverd.
1637 - 1872
Slavenhandel vanuit fort Elmina, voor de kust van West-Afrika (het huidige Ghana).
1658
VOC start met slavenhandel.
1795 - 1813
Franse bezetting van Noord- en Zuid-Nederland, Britse overname van de koloniën.
1814
Koninkrijk der Nederlanden (met als overgebleven koloniën het latere Indonesië, Suriname, de zes Caribische eilanden en tot 1872 ook Elmina in het huidige Ghana).
1814
Britse verbod op slavenhandel vanuit Afrika overgenomen door Nederland. Tussen Caribische koloniën onderling is slavenhandel tot 1848 nog wel legaal.
1824 - 1964
Nederlandsche Handel-Maatschappij, richtte zich tot circa 1880 op handelsbevordering en daarna vooral op bankactiviteiten.
1830 - 1870
Cultuurstelsel.
1860
Afschaffing van de slavernij in Nederlands-Indië.
1863
Afschaffing van de slavernij in Suriname en de Antillen.
1873
Einde aan ‘staatstoezicht’ in Suriname waaronder vrijgemaakten nog tien jaar gedwongen zijn op de plantages te blijven werken.
1901 - 1942
Ethische politiek.
1945
Soekarno en Hatta roepen Republik Indonesia uit.
1945 - 1949
Onafhankelijkheidsoorlog Indonesië.
1945 - 1965
Aankomst circa 300.000 immigranten uit Nederlands-Indië/Indonesië.
1949
Nederland draagt soevereiniteit over aan Indonesië.
1950
Opheffing Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL).
1950
Uitroepen Republiek der Zuid-Molukken (Republik Maluku Selatan, RMS).
1950 - 1951
Aankomst circa 13.000 Molukse KNIL-soldaten en hun gezinnen.
1975
Onafhankelijkheid Suriname.