Voorwoord
Peggy Wijntuin:
‘Als je wilt begrijpen hoe de huidige maatschappij in elkaar steekt, moet je het verleden kennen.’
Burgemeester Ahmed Aboutaleb:
‘Rotterdam zal zoveel sterker worden als we ook in onze achteruitkijkspiegel kijken. De kracht van een samenleving valt af te meten aan het historisch besef.’
Peggy Wijntuin en burgemeester Aboutaleb (Jan van der Ploeg)
We weten niet wat het is om letterlijk gebrandmerkt te zijn, het bezit van een ander. Om niet als volwaardig mens gezien te worden, maar als gereedschap, een kostenpost in een boekhouding. Eeuwenlang waren slaafgemaakten slachtoffer van een diep racistisch systeem. Een systeem dat westerse machthebbers aanzien, welvaart en voorspoed opleverde en diep verankerd zat in de politiek, de cultuur en het bedrijfsleven. Er zijn nog steeds sporen van te vinden. Ook in Rotterdam.
Wereldwijd leven miljoenen mensen die slaafgemaakte voorouders hebben. Ook in onze stad. Voorouders die slachtoffer waren, maar ook de kracht vonden om in opstand te komen tegen een mensonterend systeem. Hun nazaten maken deel uit van onze samenleving. Het koloniale en slavernijverleden gaat over ons allemaal. Dat inzien en erkennen is geen zwakte, maar geeft juist kracht.
Die hebben we nodig, want racisme bestaat nog steeds. Van subtiele, onbewuste uitsluiting tot expliciete haat en onrechtvaardigheid. Van standaard eruit gepikt worden in een rij tot voortdurend afgewezen worden voor een baan of stage. Van onderhuidse tot openlijke flirts met extremistisch gedachtengoed, voor persoonlijk of politiek gewin.
Hoe meer je open staat voor je medemens, hoe eerder je signalen van discriminatie en uitsluiting oppikt. Hoe meer kennis je daarover hebt, hoe meer je ertegen kunt doen. Het onderzoek naar het Rotterdamse koloniale en slavernijverleden helpt daarbij.
Peggy Wijntuin, oud-raadslid, en burgemeester Ahmed Aboutaleb vertellen waarom.
Hoe belangrijk is dit boek daarbij?
Peggy Wijntuin: ‘Net als het Slavernijmonument Rotterdam in het Lloydkwartier is dit onderzoek een monument, maar dan tegen onwetendheid. Het is belangrijk dat de inhoud wordt gedeeld met jong én oud, op scholen, in musea en theaters. Daarom zijn de onderzoeksresultaten samengevat in dit boek.’
Ahmed Aboutaleb: ‘Het koloniale verleden van de stad is een eeuwenlange geschiedenis van lijfeigenschap en wreedheid, racisme en uitsluiting. Stel je voor: het is nog maar vier generaties geleden dat mensen als bezit van een ander werden geboren. Met dit boek kan iedereen zijn historische kennis bijspijkeren. En met die kennis wordt de pijn invoelbaar.’
Kijk je anders naar de stad met deze kennis?
Peggy Wijntuin: ‘Kijk naar onze veelkleurige samenleving, met inwoners uit de voormalige – Nederlandse, maar ook Portugese, Franse, Spaanse en Britse – koloniën. Ik ben hier omdat Nederland dáár was. Mijn overgrootmoeder is nog in slavernij geboren. Ik ben pas de derde generatie die in vrijheid het levenslicht zag. Zolang geleden is het dus niet.’
Ahmed Aboutaleb: ‘Sporen van het koloniale en slavernijverleden zijn overal in de stad te vinden. In het bedrijfsleven en de architectuur. In onze musea, met roofkunst en koloniale kunstcollecties. Je ziet sporen in de straten, vernoemd naar koloniale kopstukken. In het stadhuis, dat de historische rol van Rotterdam in de wereldwijde overzeese handel weerspiegelt.'
Op 10 december 2021 – de internationale dag van de mensenrechten – heeft het Rotterdamse college van B en W excuses gemaakt voor de rol van haar voorgangers tijdens het kolonialisme. Wat is het belang hiervan?
Peggy Wijntuin: ‘Hoopgevend is dat zwarte én witte vuisten tijdens de Black Lives Matter-demonstraties in de lucht gestoken werden. Een samenleving waarin mensenrechten leidend zijn, bouw je met elkaar. Samen staan we sterk!’
Ahmed Aboutaleb: ‘Rotterdammers met roots in voormalige koloniën hebben ons duidelijk gemaakt dat het koloniale en slavernijverleden geen gesloten boek is. Zij hebben indrukwekkende, schrijnende verhalen. Maar ook hoopvolle verhalen voor de toekomst, hoe we verder kunnen bouwen aan een sterke, vreedzame samenleving. Bouwen begint met excuses, met erkenning van het leed.’
Plattegrond Rotterdam, 1694 (Johannes de Vou en Romeyn de Hooghe, Stadsarchief Rotterdam)