Woordenlijst
Abolitionisme
Het bepleiten van de afschaffing van het systeem van slavernij.
Cultuurstelsel
Stelsel waarmee de koloniale overheid lokale landbouwers in Nederlands-Indië dwingt om op een vijfde deel van hun land exportproducten te verbouwen voor de Nederlandse staat tegen een zeer lage vergoeding.
Driehoekshandel
Handelssysteem waarbij schepen in drie etappes varen: 1. Tussen Nederland en kusten van Afrika. 2. Tussen Afrika en het Caribisch gebied/Brazilië. 3. Tussen het Caribisch gebied/Brazilië en Nederland.
Decolonizing
Het (zich) bevrijden van de koloniale erfenis in psychologisch, cultureel, economisch en politiek opzicht.
Ethische politiek
Nederland zou niet alleen van de koloniën mogen profiteren, maar moest ook zorgen voor betere ziekenzorg en scholing. In de praktijk was de ethische politiek gericht op ontwikkeling én op beheersing van de koloniën.
Exploitatie
Uitbaten, winst maken met een bedrijf of bezit. In dit boek wordt exploitatie gebruikt in de negatieve betekenis van uitbuiten en misbruik maken.
Handelsmonopolie
Het alleenrecht om in een bepaald gebied (bepaalde) producten te kopen en verkopen.
Handelspost/handelsfort
Nederzetting in het buitenland van waaruit handel wordt gedreven met lokale kooplui.
Havenbaron
Grote ondernemer in een havenbedrijf.
Institutioneel racisme
Werkwijzen, gedrag en handelen bij bedrijven, scholen, overheidsdiensten zoals uitkeringsinstanties én op de arbeidsmarkt, in de gezondheidszorg en het onderwijs, die leiden tot niet direct zichtbare, indirecte en ingebakken vormen van discriminatie op grond van bevolkingsgroepen.
Slaafgemaakte
Iemand die door een ander mens als ‘eigendom’ wordt beschouwd, dwangarbeid moet verrichten en niet over het eigen leven mag beslissen. In deze publicatie is in lijn met het Zwart Manifest (2021) voor ‘slaafgemaakten’ als aanduiding gekozen om ‘hun onvrijwillige mensonterende omstandigheden onder de aandacht te brengen, zonder hun waardigheid en menszijn uit het oog te verliezen’.
Slavenschip
Koopvaardijschepen, ingericht voor het vervoer van slaafgemaakten uit West-Afrika over de Atlantische Oceaan naar het Caribisch gebied en Zuid-Amerika.
Trans-Atlantisch
Alle verbindingen tussen Europa, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika via de Atlantische Oceaan.
VOC
Verenigde Oost-Indische Compagnie; bedrijf met het alleenrecht op de Nederlandse handel op en het bestuur in het hele gebied tussen Zuid-Afrika en Japan, met als belangrijkste koloniën de Kaap-kolonie (Zuid-Afrika), Ceylon (Sri Lanka) en vooral delen van het huidige Indonesië.
Vroedschap
Raad van (rijke) burgers die de burgemeester(s) adviseert en wetgevende bevoegdheden heeft.
WIC
West-Indische Compagnie; bedrijf met het alleenrecht op de trans-Atlantische scheepvaart en handel (tot 1730), waaronder de transporten van slaafgemaakten uit West-Afrika; tevens bestuurlijke macht voor de Caribische eilanden voor de gehele periode; participant in de Sociëteit van Suriname.